FCI-Standard N° 43 BASENJI
🇳🇱
HERKOMST:
Centraal-Afrika.
BESCHERMING:
Groot-Brittannië.
GEBRUIK:
Jachthond, metgezel.
FCI-CLASSIFICATIE:
Groep 5 Spitz en primitieve types. Sectie 6 Primitief type. Zonder werkproef.
ALGEMEEN VOORKOMEN:
Licht gebouwd, fijngebouwd, aristocratische uitziend dier, hoog op de poten vergeleken met zijn lengte, altijd evenwichtig, alert en intelligent. Gerimpeld hoofd, met gespitste oren, trots gedragen op een goed gebogen nek. De diepe borstkas loopt omhoog naar een duidelijke taille, de staart strak gekruld en geeft het beeld weer van een goed uitgebalanceerde hond met een gazelle-achtige gratie.
BELANGRIJKE VERHOUDING:
De afstand van de bovenkant van het hoofd tot de stop is iets groter dan van de stop tot de punt van de neus.
GEDRAG / TEMPERAMENT:
blaft niet maar niet stom, zijn eigen speciale geluid is een mengsel van grinniken en jodelen. Opmerkelijk vanwege de netheid in alle opzichten. Een intelligent, onafhankelijk, maar aanhankelijk en alert ras. Kan afstandelijk zijn tegenover vreemden.
HOOFD:
Fijne en overvloedige rimpels die op het voorhoofd verschijnen als de oren worden gespitst; zijrimpels wenselijk maar niet overdreven tot keelhuid; Rimpels zijn duidelijker zichtbaar bij puppy's, maar vanwege het ontbreken van schaduwen zijn ze niet zo opvallend bij driekleuren.
CRANIAL-GEBIED:
Schedel: Plat, goed gebeiteld en middelmatig breed, taps toelopend naar de neus. De zijlijnen van de schedel lopen geleidelijk taps toe naar de mond, waardoor een gladde wang ontstaat. Stop: licht.
GEZICHTSGEBIED:
NEUS:
Zwarte neus wenselijk. Kaken/tanden: Sterke kaken met een perfect, regelmatig en volledig schaargebit, d.w.z. dat de boventanden de ondertanden nauw overlappen en vierkant in de kaken staan.
OGEN:
Donker, amandelvormig; schuin geplaatst, vooruitziend en tamelijk ondoorgrondelijk van uitdrukking.
OREN:
Klein, puntig, rechtopstaand en lichtjes bedekt met een kap, fijn van structuur, goed naar voren geplaatst bovenop het hoofd, de punt van het oor dichter bij het midden van de schedel dan aan de buitenkant van de basis.
HALS:
Sterk en van goede lengte, zonder dikte, goed gekamd en enigszins vol aan de basis van de keel met een sierlijke welving die de kam accentueert. Goed geplaatst op de schouders, waardoor het hoofd een “verheven” houding krijgt.
LICHAAM:
Evenwichtig.
Rug: kort, vlak.
Lendenen: Kort gekoppeld.
Borst: Diep borststuk. Ribben goed gewelfd, diep en ovaal. Onderlijn en buik: Oplopend in een duidelijke taille.
STAART:
Hoog aangezet, met de achterste ronding van de bil die voorbij de staartaanzet reikt, waardoor de achterhand een reikende uitstraling krijgt. Krult strak over de ruggengraat en ligt dicht bij de dij met een enkele of dubbele krul.
LEDEMATEN VOORHAND:
Algemeen voorkomen: Voorpoten recht met fijn bot. Benen in een rechte lijn naar de grond, waardoor een mediumh voorkant ontstaat.
Schouder: Goed ontspannen, gespierd, niet belast.
Ellebogen: Ingestopt tegen het borststuk. Van voren gezien, ellebogen in lijn met ribben.
Onderarm: Zeer lang.
Koten: Goede lengte, recht en flexibel.
Voorvoeten: Klein, smal en compact, met diepe voetzolen, goed gebogen tenen en korte nagels.
ACHTERHAND:
Algemeen voorkomen: Sterk en gespierd.
Knie: Matig gebogen.
Tweede dij: lang.
Spronggewricht: Goed in de steek gelaten, noch naar binnen, noch naar buitenland gedraaid.
Achtervoeten: Klein, smal en compact, met diepe voetzolen, goed gebogen tenen en korte nagels.
GANG / BEWEGING:
Benen worden recht naar voren gedragen met een snelle, lange, onvermoeibare, zwaaiende pas.
HUID:
Zeer soepel.
Haar:
Kort, glad en dicht, zeer fijn.
Kleur:
puur zwart en wit; rood en wit; zwart en bruin, en wit met meloenpitten en bruine aftekeningen op snuit en wangen; zwart; bruin en wit; gestroomd: rode achtergrond met zwarte strepen, hoe duidelijker de strepen hoe beter. Het wit moet op de voeten, borst en staartpunt zitten. Witte poten, bles en witte kraag optioneel.
GROOTTE EN GEWICHT:
Ideale hoogte: reuen 43 cm schofthoogte, teven 40 cm schofthoogte. Ideaal gewicht: reuen 11 kg (24 lbs), teven 9 1/2 kg (21 lbs).
FOUTEN:
Elke afwijking van de voorgaande punten moet als een fout worden beschouwd en de ernst waarmee de fout moet worden beschouwd, moet in nauwkeurige verhouding staan tot de mate ervan en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van de hond.
DISKWALIFICEERENDE FOUTEN:
• Agressieve of overdreven verlegen honden.
• Elke hond die duidelijk fysieke of gedragsafwijkingen vertoont. N.B.:
• Mannelijke dieren moeten twee ogenschijnlijk normale testikels hebben gedaald in het scrotum.
• Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met ras typisch exterieur moeten voor de fokkerij worden gebruikt.
🇬🇧
ORIGIN:
Central Africa.
PATRONAGE:
Great Britain.
UTILIZATION:
Hunting dog, companion.
FCI-CLASSIFICATION:
Group 5 Spitz and primitive types. Section 6
Primitive type.Without working trial.
GENERAL APPEARANCE:
Lightly built, finely boned aristocratic looking animal, high on legs compared with its length, always poised, alert and intelligent. Wrinkled head, with pricked ears, proudly carried on a well arched neck. Deep brisket runs up into a definite waist, tail tightly curled presenting a picture of a well balanced dog of gazelle-like grace.
IMPORTANT PROPORTION:
Distance from top of head to stop slightly more than from stop to tip of nose.
BEHAVIOUR / TEMPERAMENT:
Barkless but not mute, its own special noise a mixture of a chortle and a yodel. Remarkable for its cleanliness in every way. An intelligent, independent, but affectionate and alert breed. Can be aloof with strangers.
HEAD:
Fine and profuse wrinkles appearing on forehead when ears pricked; side wrinkles desirable but not exaggerated into dewlap; wrinkles more noticeable in puppies, but because of lack of shadowing, not as noticeable in tricolours.
CRANIAL REGION:
Skull: Flat, well-chiselled and medium width, tapering towards the nose. Side lines of skull taper gradually towards mouth, giving a clean-cheeked appearance.
Stop: Slight
FACIAL REGION:
NOSE:
Black nose desirable.
Jaws/Teeth: Jaws strong with a perfect, regular and complete scissor bite, i.e. the upper teeth closely overlapping the lower teeth and set square in the jaws.
EYES:
Dark, almond-shaped; obliquely set, far-seeing and rather inscrutable in expression.
EARS:
Small, pointed, erect and slightly hooded, of fine texture, set well forward on top of head, tip of ear nearer centre of skull than outside base.
NECK:
Strong and of good length, without thickness, well crested and slightly full at base of throat with a graceful curve accentuating crest. Well set into shoulders giving head a « lofty » carriage.
BODY:
Balanced.
Back: Short, level.
Loin: Short-coupled.
Chest: Deep brisket. Ribs well sprung, deep and oval. Underline and belly: Running up into a definite waist.
TAIL:
High set, with posterior curve of buttock extending beyond root of tail giving a reachy appearance to hindquarters. Curls tightly over spine and lies closely to thigh with a single or double curl.
LIMBS FOREQUARTERS:
General appearance: Forelegs straight with fine bone. Legs in a straight line to ground giving a medium front.
Shoulder: Well laid back, muscular, not loaded.
Elbows: Tucked in against brisket. When viewed from front, elbows in line with ribs.
Forearm: Very long.
Pasterns: Good length, straight and flexible.
Forefeet: Small, narrow and compact, with deep pads, well arched toes and short nails.
HINDQUARTERS:
General appearance: Strong and muscular.
Stifle: Moderately bent.
Second thigh: Long.
Hock: Well let down, turned neither in nor out.
Hind feet: Small, narrow and compact, with deep pads, well arched toes and short nails.
GAIT / MOVEMENT:
Legs carried straight forward with a swift, long, tireless, swinging stride.
SKIN:
Very pliant
Hair:
Short COAT ,sleek and close, very fine.
Colour:
Pure black and white; red and white; black and tan, and white with melon pips and tan markings on muzzle and cheeks; black; tan and white; brindle : red background with black stripes, the more clearly defined the stripes the better. The white should be on the feet, chest and tail tip. White legs, blaze and white collar optional.
SIZE AND WEIGHT:
Ideal height: dogs 43 cm (17 ins) at withers,
bitches 40 cm (16 ins) at withers.
Ideal weight: dogs 11 kg (24 lbs), bitches 9 1/2 kg (21 lbs).
FAULTS :
Any departure from the foregoing points should be considered a fault and the seriousness with which the fault should be regarded should be in exact proportion to its degree and its effect upon the health and welfare of the dog.
DISQUALIFYING FAULTS:
• Aggressive or overly shy dogs.
• Any dog clearly showing physical of behavioural abnormalities.
N.B.:
• Male animals should have two apparently normal testicles fully
descended into the scrotum.
• Only functionally and clinically healthy dogs, with breed
typical conformation should be used for breeding.